Ondergewicht: meer dan alleen “te weinig eten”
Veel mensen denken bij ondergewicht of ondervoeding aan een situatie waarin iemand simpelweg te weinig eet. Maar ondervoeding is veel complexer. Het kan ontstaan doordat iemand te weinig voeding of voedingsstoffen binnenkrijgt, maar ook doordat het lichaam voedingsstoffen minder goed opneemt of omdat ziekte en ontstekingen het energie- en eiwitverbruik verhogen.
Bij ziekte of herstel na een operatie zien we vaak een combinatie van:
-
Minder eten door verminderde eetlust, slik- of opnameproblemen.
-
Ontstekingsreacties in het lichaam, die het energieverbruik verhogen en de afbraak van spieren versnellen.
Dit leidt tot verlies van spiermassa, vermoeidheid en een verminderde weerstand. Herstellen na ziekte of operatie wordt hierdoor moeilijker en het risico op complicaties neemt toe.
Wanneer is er sprake van ondervoeding?
Volgens de richtlijnen (o.a. Kenniscentrum Ondervoeding en NVD) spreken we van ondervoeding bij:
-
BMI < 18,5 bij volwassenen.
-
BMI < 21 bij ouderen (65+).
-
Onbedoeld gewichtsverlies ≥ 5% in één maand of ≥ 10% in zes maanden.
-
Verminderde voedselinname of eetlust in combinatie met ziekte of herstel.
Risicogroepen: wie loopt meer kans op ondervoeding?
Iedereen kan ondervoed raken, maar er zijn groepen en ziektes waarbij dit risico extra hoog is:
-
Ouderen – door verminderde eetlust, smaakverlies of eenzaamheid.
-
Kanker – ziekte en behandeling zorgen vaak voor minder eetlust, smaakveranderingen en een hogere energiebehoefte.
-
COPD en andere longziekten – door benauwdheid en verhoogde ademarbeid gaat spiermassa sneller verloren.
-
Hartfalen – door verminderde eetlust, vochtophoping en een verhoogde energiebehoefte.
-
Darmziekten (zoals Crohn, Colitis Ulcerosa, Coeliakie) – door slechte opname van voedingsstoffen.
-
Nierziekten – door veranderde stofwisseling en dieetbeperkingen.
-
Dementie of depressie – door minder eetlust, vergeetachtigheid of verlies van interesse in eten.
-
Slikproblemen – mensen die moeite hebben met kauwen of slikken hebben een verhoogd risico op ondervoeding, omdat eten lastiger wordt en minder binnenkomt.
-
Pre- of post operatief of door trauma – het lichaam heeft meer energie en eiwitten nodig voorafgaand een operatie en tijdens herstel.
- Eetstoornis – zoals anorexia nervosa, boulimia of andere eetstoornissen, waarbij de inname van energie en voedingsstoffen onvoldoende is.
Signalen: zo herken je ondervoeding
Let op de volgende tekenen die kunnen wijzen op ondervoeding:
-
Onbedoeld gewichtsverlies.
-
Kleding die losser gaat zitten.
-
Verminderde eetlust of moeite met eten.
-
Sneller moe of minder kracht.
-
Sneller koud hebben.
-
Langzaam herstel van wondjes of ziektes.
-
Verminderde spiermassa of moeite met bewegen
Wat kun je doen?
Het belangrijkste bij ondervoeding is om tijdig in te grijpen. Hoe eerder er aandacht aan wordt besteed, hoe beter de vooruitzichten.
Herken je één of meerdere signalen? Neem dan op tijd contact op met Mijn Dietiste. De diëtist kan samen met jou kijken hoe je voldoende energie, eiwitten en andere voedingsstoffen binnenkrijgt om je spieren, weerstand en conditie zo goed mogelijk op peil te houden.
Ondervoeding is dus veel meer dan “te weinig eten”. Ziekte, ontstekingen en verminderde inname spelen vaak samen. Door op tijd hulp te vragen bij een diëtist kun je achteruitgang voorkomen en je herstel versnellen.